rivierbodem 2

Pagina top navigatie elementen

De rivierbodem onderzoeken: uitvoeren van het experiment

Transcript

LEERLING: (…) halen.
LEERLING: (…)
LEERLING: Tuurlijk niet.
LEERLING: Nu heb je kans dat je…
LEERLING: Goed zo Bart.
LEERLING: Nee hij blijft drijven.
LEERLINGEN (praten door elkaar)
LEERLING: Hoe kan dat nou? (…)
LEERLING: Jongens kom we gaan kijken (…)
LEERLING: Nee het ligt erop.
LEERLING: Het gaat erom dat…
LEERLING: Denk dat jullie bakstenen nodig hebben.
LEERLING: Wacht wat we nu wel moeten doen…
LEERLING: Wat heb je er nu in gedaan dan?
LEERLING: Zand en stenen.
LEERLING: Ja dat helpt.
LEERLING: Zand helpt heel goed.
LEERLING: Echt?
LEERLING: Stenen zoeken dan!
LEERLING: He Jasper we kunnen gewoon hier onder het touw een baksteen plaatsen.
LEERLING: Maar wat wel is: hij is waterdicht!
LEERLING: Nou hier is we een klein beetje water.
LEERLING: Nee dat valt mee, ah joh boeie.
LEERLING: Zullen we effetjes eh…
LEERLING (tegen leerkracht): Hij blijft drijven.
LEERLING: Hij is wel waterdicht maar blijft drijven.
LEERKRACHT: Hoe kan dit? Jullie dachten toch dat je voldoende gewicht eronder had?
LEERLING: Ja lucht.
LEERKRACHT: Lucht, er zit te veel lucht in. Dus het zou ook kunnen... ja hoe ga je dit nou oplossen?
LEERLING: Ik denk met bakstenen.
LEERKRACHT: Denk met bakstenen ja.
LEERLING: Ja het zou heel fijn zijn als we er een paar mogen lenen!
LEERLING: Kunnen we hier.. als het touw er nou.. ja het touw moet los natuurlijk. Maar als we nou bakstenen hieronder binden…
LEERLING: Ja maar dan ligt de baksteen onderop, denk dat het juist slim is als we hem onderop doen, dan gaat ie gelijk zinken. Ik zou hem eerst onder water drukken.
LEERLING: Ja ik vind het best, hoor.
LEERKRACHT (loopt weg)
LEERLING: Ga je nou (…) cm eronderuit trekken.
LEERLING: (lacht) nee dat hoeft niet.
LEERLING: Wacht, zullen we eerst even vragen of we bakstenen mogen lenen?
LEERLING: Jasper, ik heb nog wel een idee. Als we hier nou gewoon de fles doen dan is het dubbel zo zwaar, van de boven- en onderkant.
LEERLING: Ja maar ik doe nog wel de baksteen onder hè.
LEERLING: Hè? Maar (…) ik doe effe m’n schoenen aan.
LEERLING (roept in de verte): Blote voeten!
LEERLING (lachend): Jasper is dit meer dan genoeg?
LEERLING: Ein baksteen?
LEERLING: Eine baksteen.
LEERLINGEN: (praten door elkaar)
LEERLING: Heb je dit al gebruikt Jasper?
LEERLING: … dat is wel een goeie, misschien is piepschuim het probleem.
LEERLING: Hé, ik denk dat piepschuim het probleem is.
LEERLING: Maar we kunnen niets anders gebruiken. We hebben nu… de behuizing is net klaar...
LEERLING: Ja, leg er gewoon zo’n baksteen op.
LEERLING: Hé, doe daaronder dan nog zo’n doos.
LEERLING: Als je die nou bovenop doet…
LEERLING: Er zit een spin aan Jasper!
LEERLING: Waar?
LEERLING: Maak die aan de zijkant vast.
LEERLING: Gebruik (…) die is iets mooier.
LEERLING: Later zie je er niks van hè.
LEERLING: Jasper waar is die eh…
LEERLING: Maar ik denk dat als we er twee onder doen dat ie gelijk zinkt.
LEERLING: Ja hé maar als je er hier een aan vast maakt?
LEERLING: Dan kiept ie om dan kiept ie om!
LEERLING: Ja of bovenop.
LEERLING: We doen eerst maar één.
LEERLING: Ja doe eerst maar één.
LEERLINGEN (praten door elkaar)
LEERLING: Hij doet het nog ook nog!
LEERLING: Ah nee dat is lekker koud man.
LEERLING: Waarom staan we in de schaduw?

Wat zie ik hier?

  • School: De Grondtoon
  • Les: De rivierbodem onderzoeken
  • De leerlingen van groep 8 zijn bezig met een project over water en de waterkringloop. In groepjes hebben ze hun eigen onderzoeksvraag opgesteld en nagedacht over hoe ze een antwoord op hun vraag willen krijgen. In dit fragement zien we een groepje aan het werk dat antwoord zoekt op de vraag 'Wat is er te zien op de bodem van de rivier de Grift?'. Maar omdat het riviertje troebel is, en ze allemaal uit ervaring weten dat het onder water donker is, hebben ze een constructie bedacht om een onderwatercamera samen met een brandende zaklantaarn onder water te laten zakken. Ze testen hun constructie in een bak met water, maar de camera blijkt niet te zinken.

Wat doet de leerkracht?

De leerkracht laat hier duidelijk zien dat hij afstand neemt. De neiging om het juiste antwoord te geven onderdrukt hij waardoor hij leerlingen de ruimte geeft om zelf te zoeken naar antwoorden. Hij gaat vragen stellen om de leerlingen te stimuleren zelf een oplossing voor hun probleem te vinden. Hoe moeten ze hun constructie veranderen om ervoor te zorgen dat hij naar de bodem van de rivier zinkt? Als de leerlingen weer zelf aan de slag gaan, zie je hoe de leerkracht achteruit wegloopt van de groep. Hij trekt zich fysiek terug en laat het initiatief aan de leerlingen over.

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen proberen oplossingen te beredeneren voor hun probleem. De lange jongen is de leider van het groepje, hij is meestal degene die de constructie uitvoert. Een van de andere leerlingen is vooral actief in het opwerpen van suggesties, hij bedenkt voortdurend oplossingen voor de obstakels die ze tegenkomen bij de uitvoering van hun onderzoek. Bij dit onderzoek moeten de leerlingen ook omgaan met teleurstelling: de constructie, die ze met zoveel moeite hebben bedacht en gemaakt, zinkt niet. Ze zijn bezig met waarnemingen interpreteren ('Hij zinkt niet'), met oplossingen beredeneren ('Als we er een baksteen aan vastmaken, wordt hij zwaarder, dan zinkt hij toch'), en met verklaringen geven ('Onze constructie zinkt niet omdat er te veel lucht/piepschuim in zit').

lesfasen